Bewust oliedom

Het liedje van Kinderen voor Kinderen uit de jaren tachtig waarmee ik ben opgegroeid, blijft maar in mijn hoofd spelen. Voor de jongere generatie volgen nu de zinnen die zich in mijn hoofd herhalen: ‘Dokter, ik ben zo oliedom,dom. Dokter, ik geef het toe. Dokter, ik ben het moe, moe, moe om niets te weten’. Een liedje over domme kinderen die niet opletten in de klas. Destijds werd dat als grappig ervaren, tegenwoordig zou de hele goegemeenschap over je heen vallen om de inclusiviteit te waarborgen. Dit liedje heeft mijn generatie geleerd dat het echt heel belangrijk is om over veel kennis te beschikken. In de vijfde en zesde klas keken we naast schooltelevisie uitzendingen, eens in de week het journaal. Het jeugdjournaal bestond nog niet. We kregen de boodschap mee: Kijk thuis iedere dag het journaal en lees de krant. Je moet op de hoogte zijn van het nieuws in de wereld. Ben je dat niet, dan ben je oliedom en tel je niet mee.

Nu, meer dan veertig jaar later, probeer ik af te kicken van al die jaren indoctrinatie, in een poging meer vanuit mijn ziel, mijn hart te leven. Ik probeer dus bewust oliedom te zijn, wat natuurlijk helemaal niet lukt. Dit doe ik sinds ongeveer anderhalf jaar. Ik vermijd nieuwswebsites, televisie en radio. Ik heb die keuze gemaakt na twee en een half jaar intensief leren over politiek en economie. Iets wat hard nodig was. Tenminste, het meeste wist ik al wel, maar de hele Corona affaire, of eerder circus en tegenwoordig beter gezegd doofpot, heeft de boel weer even flink opgefrist. Soms was het dagelijks een uur uitleg over economische en politieke systemen, diepte interviews met hoogleraren en filosofen. Het kon niet op. Op een gegeven moment was het me duidelijk dat politiek slechts een toneelspel was. Ja, ook dat wist ik natuurlijk allemaal al, maar voorheen was het zeg maar van een schouwburgkwaliteit en de afgelopen jaren is het gekelderd naar bijna wijkniveau. Wat op zich interessant is, omdat ik daar wel meer nieuws over zou willen horen. Wijkniveau, de directe leefomgeving. De mensen zelf.

Politiek,  politie met een ‘k’ erachter, verzint de regels voor de burgers en wordt verspreid via de media. Waarmee direct het probleem is blootgelegd: Er wordt van bovenaf bedacht wat goed is voor de onderdanen. Het is ons burgers al eeuwenlang het idee meegegeven dat wij leiding nodig hebben. We weten niet beter, zo is het altijd gegaan. En zo kon het ook altijd gaan, omdat er een bepaalde energie op aarde hing. Maar de tijden veranderen. Dat zie je overal.  De energie verandert. Momenteel zijn we bezig met een grote schoonmaak. Collectief voelen we dat er veel onrecht uit het verleden en heden opgeruimd moet worden. 

Doordat steeds meer mensen voelen dat er nu een andere energie heerst, worden we steeds bewuster. Het is niet voor niets dat de oudere generatie altijd klaagde over de jongere generatie die zich door de eeuwen heen steeds losser maakte van de oude dogma’s. We kunnen ons nu toch niet meer voorstellen om met de etiquette van honderd jaar terug te leven? Het is natuurlijk dat de energie verandert. In de negatieve zin kun je het verslonzen noemen, waarbij ik dan denk aan mensen die in hun vrije tijd alleen maar als een knuffelbeer over straat gaan, gehuld in een donzig zacht joggingpak. In de positieve zin, de vrijheid om helemaal jezelf te mogen zijn, altijd. Ongeacht of je er daardoor wel of niet mooi uitziet voor je medemens. Het gaat om de inhoud, niet de verpakking. 

En zo dirigeren we ons richting het beeld wat ons voorgehouden is in de sciencefictionfilms: iedereen in dezelfde strakke lycra uniformen. Kleding is dan geen manier om je ego uit te drukken, want het ego heeft plaatsgemaakt voor een groot collectief bewustzijn. Nu is dat allemaal ondenkbaar, onze ego’s  steigeren bij het idee.

Dat is zo’n beetje waar ik over nadenk, in plaats van politiek. Het collectief bewustzijn. Waarmee ik nu terugschakel naar de politiek op wijkniveau. Wat op zich een denigrerende opmerking is, zeker naar de wijkgebouwen toe. Ik zet daarmee een stempel op het wijkgebouw: ondermaats. Dat is me zo geleerd. Het wijkgebouw is belangrijk voor de gewone mens. Je kunt er sporten, breien, tekenen, koken. Het is de lijm in de wijk, houdt mensen bij elkaar, maar meer is het ook niet. Denk ik aan een wijkgebouw dan denk ik aan bejaardengym en koffie drinken in de kantine. De gespreksonderwerpen gaan meestal over de kinderen, de boodschappen, het weer, eten en de dingen die je samen in het wijkgebouw doet. Alles heel intermenselijk, liefdevol, warm en laagdrempelig. De mensen die hier komen zouden niet capabel zijn om zelf regels te verzinnen en oplossingen te bedenken om problemen te voorkomen en op te lossen. 

De afgelopen ongeveer twintig jaar heeft er echter een verschuiving plaatsgevonden. Vanuit de wijk, vaak samen met kunstenaars. Creatieve mensen die out of the box kunnen denken en met oplossingen komen. Wijken worden mooier gemaakt, evenementen georganiseerd. Zelfs grootschalige horeca, opgezet vanuit het krakers idee, zijn een groot succes gebleken. Uit liefde voor de leegstaande gebouwen en voor het vak ontstond er bijvoorbeeld de Fenixloods op Katendrecht in Rotterdam, dat ook weer kapot is gemaakt door de politiek omdat die er een verdienmodel in zag en er een projectontwikkelaar op zette.

Politiek is hoogdrempelig en denkt vanuit economie, niet vanuit liefde. Van liefde kun je niet leven. Dat weten we uit het verleden. Je trouwde voor de financiële zekerheid, voor de liefde had je er dan nog een maîtresse bij of was je een maîtresse. De normaalste zaak van de wereld. 

Het maakt niet uit of je links of rechts denkt. Zeker niet in ons kleine landje dat zich binnen het grote Europa heeft te voegen en Europa weer binnen de Verenigde Naties. Uiteindelijk is er nu al een globale politiek en naar mijn idee is de manier waarop dat nu uitgevoerd wordt hopeloos ouderwets en dat is waarom ik de politiek niet probeer te volgen. 

Hoe het dan, volgens mij, en natuurlijk vele anderen met mij, wel moet? 

De shift zit wat mij betreft van het ouderwetse ’top down’ denken, regeren van bovenaf. Naar het ‘bottom up’. Dit betekent de verantwoordelijkheid teruggeven aan de burgers. Ik denk dat we op de goede weg zijn, alleen zorgt die omslag nu voor chaos en opstand. Want wij burgers zijn opgevoed met een verzorgingsstaat. Alles werd voor ons geregeld in ruil voor je vrijheid en je geld. Dat zie je nu afbrokkelen. De verzorging wordt steeds slechter en de mensen steeds mondiger en onafhankeler. Dit hele proces zal nog heel wat jaren nodig hebben. Maar we komen er wel, als we allemaal onze eigen verantwoordelijkheid nemen voor ons leven en ons niet afhankelijk maken van de overheid. Leven vanuit liefde voor elkaar, zonder voorkennis. 

Oliedom is de nieuwe intelligentie.